De Pianola: De Spotify van de beginjaren
De pianola zag aan het eind van de 19e eeuw het licht en werd in no-time ontzettend populair. Het voorzag in een grote behoefte: toegankelijke muziek. Tegenwoordig streamen we alles wat we willen, maar tot ongeveer 1900 was het ondenkbaar om zelf muziek af te kunnen spelen. Het tijdperk van de pianola eindigde vrij abrupt rond 1930.
Weetje: Hoewel iedereen het woord ‘pianola’ gebruikt voor een automatisch spelende piano, was het oorspronkelijk een merknaam van de Amerikaanse Aeolian Company. Net zoals we nu ‘pampers’ zeggen voor luiers en ‘luxaflex’ voor jaloezieën, werd ‘pianola’ al snel de algemene term.
Hoe werkt een pianola?
Het instrument werkt met papieren rollen waarin gaatjes (perforaties) zijn geponst. Deze gaatjes sturen een mechaniek aan dat op luchtdruk werkt. De pianola was het resultaat van allerlei technische innovaties aan het eind van de 19e eeuw. In 1897 werd het eerste degelijke apparaat gebouwd. De vraag was groot; in veel huishoudens stond een piano, vaak als standaardmeubel of statussymbool, maar was er niemand die er écht op kon spelen.
Het eerste idee was een los apparaat, een soort robot met kunstvingers, dat voor élke piano gezet kon worden. Deze ‘voorzetters’ of ‘voorzetpiano’s’ bestaan nog steeds. Omdat elektriciteit nog niet overal was, moest het apparaat op menskracht werken. De bespeler trapte met twee grote pedalen om de benodigde luchtdruk op te wekken. Met hendels kon hij of zij het volume en tempo beïnvloeden.

Voorzetpiano
Nadeel was wel dat je de voorzetter moest opbergen als je zelf wilde spelen. Daarom bouwden pianofabrikanten al snel het mechaniek ín de piano of vleugel zelf. De energie komt van een dubbele blaasbalg die de speler met de voeten bedient. Deze balg zorgt zowel voor de luchtstroom die de hamertjes beweegt als voor het transport van de muziekrol. Die rol is uiterst nauwkeurig geperforeerd; de plaats en grootte van de gaatjes corresponderen precies met de noten en hun duur.
Kessels: de Nederlandse pianola-pionier
Onder druk van de groeiende populariteit van de pianola besloot ook de Nederlandse ondernemer Mathieu Kessels (M.J.H.) er een op de markt te brengen. Zijn bedrijf, Kessels Muziekinstrumentenfabriek, werd daarmee de enige Nederlandse fabrikant ooit van pianola’s.
In 1898 verhuisde de fabriek naar een groot pand aan de Industriestraat 46 in Tilburg. Daar breidde men de pianoproductie uit en begon men later ook met het maken van pianola’s. Vanaf ten minste 1902 produceerde men daar de Piano-Duplex.
Net als bij anderen begon Kessels met ‘voorzetters’ voordat hij overging op ingebouwde systemen. In de catalogus van 1901 adverteerde het bedrijf achtereenvolgens met de Stella-pianola (‘de beste pianospeler’), de Aeola-Piano-Speler en tot slot de Piano-Duplex.

Stella pianola
De pianola werd in de catalogus aangeprezen als een sierlijk meubelstuk dat voor de piano geplaatst wordt en deze mechanisch bespeelt. Het mechanisme wordt aangedreven door twee pedalen, net als bij een harmonium. De advertentietekst meldt trots: “De persoon die de pianola bedient, regelt ook de voordracht. Met een bijzonder mechanisme kan hij elke nuance en elk tempo naar eigen smaak instellen, zodat het spel net zo klinkt als natuurlijk spel”. Men beweerde zelfs dat hun Stella-Pianola “het beste piano-spel-apparaat is dat tot heden in den handel is gebracht”.
De Aeola was een vergelijkbaar instrument, maar in plaats van pedalen had het een zwengel. Je moest het apparaat dus draaien. Het kon ook worden uitgerust met een motor en accu, zodat het helemaal automatisch kon spelen zonder bediening.

Aeola
De Piano-Duplex was hun hoogtepunt: een piano (pianino) die je normaal kon bespelen, maar die ook vol zat met pneumatische techniek. Hij was zelf spelend, elektrisch aangedreven (door een accu of het lichtnet) en kon zelfs worden aangesloten op de waterleiding. De Piano-Duplex was in zes modellen leverbaar, van de Reclame Piano (ƒ 475,00) tot de Vleugel (ƒ 850,00).

Piano-Duplex
Het DUPLEX-systeem was zo ontworpen dat het niet hinderlijk was voor het normale spel of de bouw van de piano, al gaf het de pianostemmers ongetwijfeld wel hoofdpijn.
Of Kessels na 1914 nog pianola’s heeft gemaakt, is onwaarschijnlijk. Zijn imperium werd dat jaar gedwongen overgenomen. Zelf startte hij een nieuwe fabriek tegenover de oude, maar zijn gezondheid (reuma) en financiële middelen lieten hem in de steek. De productie is waarschijnlijk niet lang doorgegaan.
Met zijn instrumenten, waaronder de ‘Delphin’ uit 1907, betrad Kessels de wereld van de pianola. Een historische prestatie voor een Nederlands bedrijf. Kessels was de enige Nederlandse onderneming die ooit pianola’s heeft gebouwd.

Delphin
De productie van pianola’s bereikte wereldwijd een hoogtepunt in 1923, maar daarna nam de populariteit snel af. Nieuwe vormen van amusement, zoals de radio en de grammofoon, deden hun intrede. De beurscrash van 1929 betekende uiteindelijk het definitieve einde voor de pianola. Veel instrumenten werden gesloopt en ontelbare muziekrollen vernietigd.

Kessels pianola
Gelukkig is er een exemplaar bewaard gebleven. De pianola ‘Delphin’ van Kessels uit 1907 is in het bezit van het Kessels Museum en werd in 2009/2010 gerestaureerd met hulp van de Nederlandse Pianola Vereniging. En wat helemaal bijzonder is; hij werkt nog perfect en is dan ook regelmatig te horen in de ontvangsthal van het Kessels Museum, het is een waar feest wanneer je hem hoort spelen!
Onderzoek: Jos Smits, gids Kessels Museum, eindredactie: Evelien van Breemen, Coördinator Communicatie Kessels Museum.